Wat doen we precies als we denken?
Wat gebeurt er bewust en onbewust?
Dat weten we niet.
Wat doen we precies als we denken?
Wat gebeurt er bewust en onbewust?
Dat weten we niet.
Voor veel problemen is er geen snelle oplossing.
Er is teveel aan de hand, er zijn teveel mensen bij betrokken en het is nooit klaar.
Het kan stressvol zijn om deze taaie vraagstukken beet te pakken. Maar je kunt iets doen om het makkelijker te maken: Zorg dat je een beter zicht krijg op wat er speelt.
Kijken is meer dan je ogen ergens op richten: Je ideeën over de wereld bepalen wat je ziet en wat niet.
Dat schreef Professor Robert H. McKim in al 1972 in zijn boek Experiences in Visual Thinking. Hij ziet je verbeelding breder dan dingen verzinnen: het omvat alles wat je hebt ervaren en geleerd. Nu zouden we dat je overtuigingen noemen, of je mentale modellen.
De wisselwerking tussen wat je registreert en je verbeelding noemt McKim het filter van je waarneming.
Als je iets onderzoekt zit dat filter gauw in de weg. Want het genereert plaatjes die niet altijd aansluiten bij wat er écht voor je neus staat.
Links zie je de vrouw uit het boek van McKim. In het midden zie je je waarnemingsfilter. Rechts zie je 3 beelden die dat kan opleveren.
Bij de voorstelling bovenaan neem je eigenlijk niet waar: Daar ben je aan het dagdromen. Misschien wil je samen een cocktail drinken – of heb je gewoon dorst. In het onderste beeld is je aandacht bij wat er is – zonder dat je er iets bij bedenkt.
We projecteren iets op wat we zien, zoals wanneer je een dier in een wolk ziet. Alleen doen we dat meestal niet zo creatief en schieten we in bekende associaties.
We versimpelen de veelheid aan input, om er niet in te verdrinken. En dat is prima.
Behalve als je aan je eerste beeld vasthoudt. Dan zit je blik vast: Je kunt niet meer door je eigen invulling heen kijken.
Daarvoor moet je een ander filter kiezen. Dan doorbreek je het patroon dat je hersenen automatisch zoeken en orden je de informatie op een nieuwe manier.
McKim noemt dit recentering. Je kunt het ook omdenken, of reframen noemen.
Bijvoorbeeld van:
Dat maakt al dat je op een andere manier kijkt.
Bijvoorbeeld als er gedoe is in de samenwerking?
Veel mensen die een cursus visueel denken volgen vragen: ”Hoe teken je samenwerking?” Het antwoord is simpel: Google op ‘samenwerking + icoon‘. Of kijk eens op the noun-project. Voorbeelden zat – en die kun je zo natekenen.
Dan zit een icoon eerder in de weg – het ontneemt je het zicht op wat er speelt. En juist dat moet je in kaart brengen als je er iets aan wilt doen.
Ook de lastige dingen – zonder dat mensen naar elkaar gaan wijzen.
Hoe téken je dat?
Bijvoorbeeld een zeilboot. Teken een simpele boot op een flipover:
Geef de stift door: Laat iedereen zichzelf in de boot tekenen. Wie hangt er in het kraaiennest, wie staat aan het roer, wie zit er in de kombuis? Wie zet de koers uit en wie stuurt er?
Of tekent iemand zichzelf in een rubberbootje achter het schip. Als je het tekent is het makkelijker om lastige zaken te bespreken. Je hebt het niet over elkaar, maar over een tekening.
Dat doe je met pijlen en bollen in een causaal diagram. Welke patronen zijn behulpzaam – en welke niet? Hans Vermaak schreef een uitgebreid artikel over hoe je daarmee werkt.
Het is even puzzelen, maar dat is nodig als je écht iets wilt veranderen.
Door er met een open blik naar te kijken – en verschillende perspectieven mee te nemen.
Dat lost het probleem niet meteen op – maar je hebt het wel in kaart gebracht. Je ontlaadt je werkgeheugen – en de stress. En je creëert ruimte om het onderwerp verder te exploreren en om ermee te spelen.
Worstel je met een vraagstuk waar je niet meteen uitkomt? Breng het in kaart en bekijk het van meerdere kanten.
Hier is een gratis crash course in visueel denken die je daarmee helpt.
We kunnen het ook samen in kaart brengen.